Hartsverwarmend welkom in Toguin- Oule - Reisverslag uit Siguiri, Guinea van ermalamine - WaarBenJij.nu Hartsverwarmend welkom in Toguin- Oule - Reisverslag uit Siguiri, Guinea van ermalamine - WaarBenJij.nu

Hartsverwarmend welkom in Toguin- Oule

Door: Erma

Blijf op de hoogte en volg

18 Augustus 2011 | Guinea, Siguiri

Vrijdag 12 augustus, Siguiri (eigenlijk Toguin-Oule)
Ik dacht dat het vandaag donderdag was, maar goed dat ik even een stukje verhaal ga schrijven, want nu kom ik er achter dat het vrijdag is, en dus malaria-medicijndag.
Helaas gaat het niet zo goed als de laatste keer dat ik schreef, ik ben ziek. Heel erg diaree. Het komt waarschijnlijk van het eten wat ik at toen we aankwamen in Bamako, dat was gekocht bij een stalletje en was niet warm. Omdat we in Abidjan heel vaak adjeke en vis aten, dacht ik dat het ok was. Maar nu realiseer ik me dat we dat altijd ’s morgens aten en deze keer was het ’s avonds, dus had het waarschijnlijk de hele dag al gelegen. Bovendien ben ik de enige die het at en die zo ziek is, Fanta had eerst ook een beetje diaree, en die had ook twee hapjes gegeten.
Het rotte is dat ik nu in het dorp Toguin Houle zit, bloed heet, geen stroom, en de wc is een gat in de grond. Water trekken we met een emmer uit de put. Eten wordt gekookt op het vuur op de grond, en dan staat het er de hele dag gewoon te staan, in de warmte.
Het gekke is dat het hier wel veel beter is kwa muggen en vliegen, die waren in Bamako echt niet te harden.
Het regent nu, dus ik zit op een stoel voor de open deur te genieten van de koelte. De kinderen spelen onder een afdak, dus ik heb even de mogelijkheid om wat op te schrijven.
Het was heel bijzonder om hier in het dorp aan te komen. De moeder van lamine was zo ontzettend blij om ons te zien, ze trok meteen Odyaba op schoot en knuffelde haar van top tot teen. Op een gegeven moment sprong Odyaba even naar me toe en zei: “mama, ze is wel echt heel erg lief, mijn oma Afrika”. Fanta kijkt altijd eerst even de kat uit de boom, dus die heeft nog niet zoveel contact met haar.
Het was zo mooi om te zien hoe familieleden de vreugde van oma deelden, iedereen was opgetogen, een oudere dame begon ter plekke een dans en een lied te maken. Het is een zeer bijzonder gevoel, hoe de familie in het dorp met elkaar en ons omgaat, eigenlijk onbeschrijfelijk. Anders dan de familie in de grote steden.
De eerste dag heb ik vooral veel gekeken op het erf, hoe de gewone dingen gaan. Een vuur in het midden, de ronde huisjes eromheen. Rond het vuur een paar grote stenen, waartussen ronde aluminium potten geklemd kunnen worden. Ze hebben pootjes. Fanta is gek van de kleine aluminium krukjes, die precies haar zithoogte zijn.
Aan de kant een paar grote kruiken met water, zodat het niet iedere keer uit de put gehaald hoeft te worden. Voor mij is de wc het lastigste, plus het feit dat het ’s nachts zo heet is. De wc is een gat in de grond en door mijn versleten knieën kan ik niet goed bukken. Heel vervelend als je diarree hebt.

(wat later op de avond, ik heb inmiddels afrikaanse kruidenthee tegen de diarre gekregen, want van die immodium, voel ik me zo beroerd, en de kinderen slapen)
Zo’n drie keer per dag wordt er een emmer water voor me neergezet op de wasplek, een muurtje tussen twee ronde huisjes. Echt een heerlijk moment om even al het zweet af te spoelen, de hele dag lijkt het of ik gedoucht heb, omdat ik zo ontzettend zweet zijn mijn haren altijd nat.
Soms mag ik zelf mijn kinderen wassen, maar meestal wil een van de vrouwen hier dat doen.
Het dak van ons huisje is echt prachtig in elkaar gezet en alles blijft droog. Een paar houten palen, vormen een ronde kegel en vervolgens wordt er een heleboel riet op gelegd. De muren zijn van koeiepoep, hartstikke droog, je ruikt er niks van.
Er zitten houten deuren in, maar helaas geen ramen.
De vrouwen werken hier keihard. De hele dag zijn ze bezig met eten bewerken (rijst ontvliezen, mais pellen, allerlei vruchten en noten drogen, kruidenblokjes drogen), eten koken en schoonmaken. De was wordt gedaan met een grote pot water op het vuur en een wasbord en omo. ’s Morgens gewassen, opgehangen in de zon en ’s avonds droog, zonder centrifuge. En schoner dan mijn wasmachine het ooit voor elkaar zal krijgen.
Lamine vertelt me nu dat hij niet mocht bellen omdat het onweerde. Omdat er verder in dit dorp geen netwerk is van electriciteit, trekt een telefoon de bliksem naar zich toe. Er zijn nu al 10 mensen overleden hierdoor….. Lamine geloofde het niet, maar toen hij toch wilde bellen om te checken hoe het met onze auto staat, renden iedereen bij hem weg. Er zat niks anders op dan niet te bellen en met ze mee te gaan.

Het is ramadan, en het lijkt wel of de mensen niet aan slapen toe komen. Als de zon onder is wordt er gegeten daarna heel veel gelachen, gekletst en gezongen. Heeeel laat gaat de laatste naar bed (koeipoephuisjes laten alle geluiden door). Maar vervolgens staat een paar uur later de eerste alweer heel vroeg op in het donker, om het ontbijt te bereiden. Iedere ochtend hoor ik van verre een prachtige stem een heel mooi lied zingen. Door dit mooie zingen, vallen mijn dochters gelukkig weer lekker in slaap. Een stuk beter dan het chanten van de moskee.

We zijn hier op 10 augustus naartoe gekomen. Langs ontelbare controleposten van Mali naar Guinee. Djarra, de oom van Yama, een vriendin van ons uit Den Haag, bracht ons tot de grens. Dat was 125 km, we deden er ongeveer 4 uur over. Van de grens tot dit dorp was nog eens 75 km, anderhalf uur, met een taxi.
Ik checkte bij de taxichauffeur hoe de weg naar Conakry was, de route is in principe goed, behalve het middelste stuk, zo’n 130 km, is een en al modder, bijna niet begaanbaar,
Eigenlijk zou onze auto al hier kunnen zijn (terwijl ik dit schrijf, komen mijn autostoeltjes opeens binnen), ik hoop zo dat de chauffeur gaat vertellen dat het wel te doen was. De taxichauffeur dacht van wel, omdat het een grote auto is.
Ik wil erg graag weer naar een grote stad en liever Conakry, dan Bamako, want daar zijn veel minder muggen, vanwege de zee.
We kwamen hier aan, toen het bijna avond was. We werden meteen met onze neus op de feiten gedrukt dat het erg, erg donker is hier. Ik kreeg al snel een baby in mijn handen gedrukt, van Lamine, de baby had veel pijn zei hij. Dat kon ik ook zien en voelen. Ze bleek gevallen te zijn. Ik heb haar direct behandeld met cranio sacrale therapie. Ik vond het wel eng hoor, dit was helemaal voor het echie en ik haal volgend jaar pas mijn diploma. Maar er is hier geen dokter of wat dan ook, dus het was ik of niemand. De baby “pakte” meteen mijn handen. Ik kon voelen dat ze op de rechterkant van haar hoofdje, nek en schouder was gevallen. Dat klopte. Eerst voelde ik haar hoofdje bewegen, toen haar nek. Het was net of het “uitdeukte”, al snel voelde ik het ritme door het lijfje gaan, zonder blokkade. Alleen haar schouder was nog niet zoals het zou kunnen. Toen ik deze vasthield, zag ik haar pijn op haar gezicht, dat was moeilijk, maar het duurde maar even en toen ontspande de schouder en begon ze te lachen! We konden niet geloven wat we zagen. Ik merkte dat ze ook veel moeite had gehad met ademhalen en ze last van slijm had. De moeder vroeg me de volgende dag welke ziekte ze had, ik weet dat niet. Ik heb haar in iig wat druppels gegeven voor het slijm op te lossen. Ik heb onze hele homeopatische huisapotheek voor baby’s meegenomen. Die gebruiken wij toch niet meer.
Natuurlijk heb ik sindsdien meer baby’s in handen gekregen en die voelden allemaal lekker gezond.
Doordat ik zo ziek ben, heb ik geen rondjes door het dorp gelopen om “groetjes” te doen. Daardoor is het wel zo lekker rustig met de kinderen hier, 7 jaar geleden had ik altijd een stuk of 30 tot 50 om me heen. Maar nu alleen de Sylla kinderen van dit erf, ook bij elkaar wel bijna 20 denk ik.
Toen het vanmiddag zo regende, heb ik mijn laptop gebruikt om een filmpje te vertonen, dankzij Jessica, die me heeft geleerd hoe ik die kon downloaden. Ik had maar twee filmpjes gedownload, want Odyaba kreeeg een portable dvdspeler. Helaas zijn we al heel snel de oplader kwijt geraakt, dus die kunnen we niet meer gebruiken en dat was juist nu zo handig geweest. Want het is knap lastig, als je zwetend en ziek op bed ligt en twee kleine kinderen zitten erbij en papa wordt in beslag genomen door alle familie. Maar goed, nu is de auto er, en de auto-oplader hebben we nog wel.

Het is bijna niet uit elkaar te houden welke kinderen nu bij welke papa en mama horen, het lijkt of ze met z’n allen door alle volwassenen worden “opgevoed”. Ik snap nu wel dat Lamine zijn neefjes en nichtjes ook broers en zussen noemt. Hier in het dorp is er geen verschil te merken.
Ik heb daarnet voor het eerst in bijna 3 dagen iets anders gegeten dan O.R.S., omdat ik gewoon honger kreeg van dat Afrikaanse kruidenmedicijn. Ze zeggen dat ik veel brood moet eten. Dat dan maar gedaan. Fanta is uitgeput in slaap gevallen na de regenbui en nog steeds niet wakker te krijgen. Ze heeft enorm veel last van de warmte , ze zit onder de warmteuitslag en dat jeukt, dus nu zit ze vol krassen. Omdat het vuil niet weg te krijgen is onder haar nagels vandaan, zijn sommige krassen een beetje ontstoken. Als er geen regenbui was gekomen vandaag, was ik naar een hotel met airco gegaan voor haar. Tot nu toe heb ik drie nachten geslapen op een houten bed met een matras van jute en stro (knoerthard). Nu is wel te merken dat mijn rug een heel stuk verbeterd is door al die cranio die ik zelf krijg, en ook doordat mijn atlas is recht gezet. Ik heb alleen last van mijn knieen. Omdat fanta in slaap gevallen is op het opblaasmatras wat Lamine voor zijn moeder had meegenomen, hebben ze er voor mij een klamboe boven gehangen en ga ik daar straks bij liggen. In het bed ernaast komen nog twee kindjes, heb ik begrepen. Odyaba gaat dan met papa slapen, hij wilde eerst bij ons komen liggen, maar ik heb heb, de afgelopen nachten vanuit het andere huisje keihard horen snurken, daar heb ik geen zin in, ik slaap al slecht genoeg, met al dat heen en weer geren naar de wc. Trouwens levensgevaarlijk geworden nu, want het erf is een grote modderpoel geworden.
Oh, volgens mijn computer is het al kwart over 1, nederlandse tijd, dus ik ga gauw slapen. Tot gauw! Erma

Oh, wacht even, ik vergeet te vertellen over Nassou, een jonge vrouw die het meest voor mijn schoonmoeder zorgt. Mijn schoonmoeder heeft een heupprobleem en loopt niet makkelijk. Nassou heeft gewoon de zorg voor mijn hele gezin erbij genomen, ze is van onschatbare waarde! Ik heb al gezegd dat ik haar graag mee naar huis zou willen nemen. Als er iemand aan het werk is op het erf, is zij het. Ze kookt, ze wast, ze maakt schoon en ze maakt alles wat wij nodig hebben. Dat doet ze met een stralende kracht, stok in haar mond (daar worden hier de tanden mee gepoetst) af en toe spuugt ze een flinke fluim op de grond, en hup daar gaat ze weer, vuur hoger op stoken, pan er af, pan erop. Wat water in een bak scheppen enz. enz. Ik denk dat ze een jaar of 18 is en ze heeft dezelfde bouw als Odyaba. Maar ja, ik zou er helemaal naast kunnen zitten hoor, je weet het maar nooit met de familie van Lamine.
Nu ga ik echt tandenpoetsen (met tandpasta) en naar bed.

Zondag 14 augustus Toguin-ouile
Bij het verhaal wat ik nu ga schrijven zullen alle voorgaande verhalen zeer saai lijken, we hebben een tougan-ba (avontuur-groot) meegemaakt gisteren, het was een zeer bijzonder, angstig en mooie belevenis. Het begon heel simpel. Ik voelde me stukke beter, sinds ik twee dagen lang de afrikaanse kruiden braaf drink tegen de diarree, niet dat die veel minder werd, maar ik had weer meer energie om iets te ondernemen. Lamine was de dag ervoor erg verdrietig geweest, omdat ik zo ziek was, terwijl hij zo blij wilde genieten van zijn familie en zijn dorp. Daarom vroeg hij me of ik mee wilde naar een shamaan, in een dorpje vlakbij. Zondag was de afspraak met de grote shamaan gemaakt, waar hij de hele week al naar had uitgekeken om naar toe te gaan. Maar die shamaan woont zover in de bush, dat we daar niet met een auto zouden kunnen komen, alleen met een motor. Omdat Lamine zich zorgen maakte over de kinderen en de bescherming van een shamaan voor hen wilde, was hij blij te horen dat er ook een goede shamaan met de auto te bereiken was, in een dorpje 10 km verderop. Dan konden we de kinderen meenemen!
Ik ging er voor het eerst op uit, sinds ik in het dorp ben, tot nu toe had ik alleen op het erf geleefd, tussen bed en wc.
Ik pakte een tas, voor wat luiers, draagdoek, zonnebrand en muggeolie en vroeg nog; we komen toch voor donker wel weer terug? Dan hoef ik geen zaklamp mee te sjouwen. Ja, zeker, zolang blijven we echt niet weg. Ik nam ook geen eten mee, alleen een paar doosjes krentjes. Lamine pakte nog even twee anderhalve literflessen mineraal water en hop, we gingen met onze eigen auto op weg, de auto zat vol, de kans om langs een shamaan te kunnen werd gretig aangenomen door twee neven en de vriend die vanaf Bamako al met ons meereist.
We reden eerst door het land van de mensen uit het dorp, een prachtig land, echt adembenemend mooi. Het was of er een donslaag van heldergroen gras over de grond lag, tussen de her en der verspreide bomen, en lage torentjes van termietenheuveltjes. Af en toe een donker veld, met grote kluiten vette aarde, daarop liep een klein koppel prachtige bruine ossen met de zwarte koppen aan elkaar gebonden met een juk, waar de ploeg aan vast zat. Helaas ontdekte ik dat de accu van onze camera leeg was, ik kan het jullie niet laten zien, je moet het met mijn beschrijving doen. Af en toe kwamen we iemand tegen op de fiets, en we begroeten elkaar. Lamine vertelde me over iedere boom die we zagen wel iets, die boom heeft die vruchten en daar doen we dat en dat mee. De bladeren van die boom, dat is je medicijn tegen diarree. Enz. enz. Hij vertelde me het romantische verhaal van hoe zijn familie vroeger met z’n allen in de regentijd verhuisde naar deze plek, er werden tijdelijke huizen gebouwd en men bleef net zo lang op het land, totdat elke vrucht, noot, knol en blad was verzameld. Hij keek me stralend aan en ik kon me zo goed voorstellen hoe hij daar als kind enorm van genoten moest hebben. Ik vroeg me af waarom ze dit nu niet meer doen. Er blijken te weinig jonge mensen meer in het dorp te leven om alle oogst binnen te kunnen halen. Iedere jonge knul verlangd ernaar om belangrijke dingen in de grote stad te gaan doen. Met het geld wat ze daar verdienen, kunnen hun ouders, hier in het dorp, rijst kopen, ipv het van het land te oogsten. Wat kan geld toch veel veranderen. Het contrast tussen dit landschap en de vieze steden met opeengepakte huizen, allemaal even goor, van buiten en van binnen, overal stof en open riool. En dan al die verschillende kleuren groen hier. Maar ja, ik ben hier ook geweest toen het geen regentijd was, en dan is het hiet heel anders hoor.
Terwijl ik zo zat te genieten van de rit, las ik een stukje uit de Lonely Planet West Afrika:
“Stel je je zelf voor, reizend over een gladde snelweg en je wordt verleid door een kleine, stoffige afslag wat leidt naar een ruw, bijna onbegaanbaar terrein, waar spectaculaire verrassingen om iedere hoek kunnen verschijnen. Guinee is zo’n afslag.”
En dan nog het stukje uit het boek wat “Upper Guinee” beschrijft, de streek waar ik me nu bevind en waar we met een Citroën Picasso, onderweg zijn: “de heuvels en bossen van Fouta Djalon maken plaats voor de rode en bruine aarde en de grassige laagland savannen. Erg weinig reizigers komen hier in het thuisland van de Malinke. Diegene die het wel doen, maken kennis met de Griots (zangers) en krijgen misschien een glimp te zien van de grootste goudmijnen van Guinee.”
En boem, onze auto zat voor de eerste keer vast in de modder. Het had immers de vorige dag geregend. Ik schrok me een hoedje, maar de mannen stapten als één bonk testosteron uit en gingen de moeder met haar kinderen wel even bevrijden. Schoenen uit, broekspijpen omhoog rollen, en duwen maar. Geen beweging in te krijgen. Er werden boompjes gehakt, onder de wielen geplaatst, er werd een krik bij gehaald (hey, dat was niet de originele krik van deze auto, waar is die gebleven?), En moeders moest blijven zitten met de kids. Niks hoor. We zaten echt vast. Ik ben toen uitgestapt en herinnerde me het boek “hallo Tarzan, hoe wordt ik een mannenfluisteraar” Daarin had ik gelezen dat mannen ontzettend goede teamspelers zijn, en dat vrouwen goed kunnen coachen. Dus ik ging een poging wagen. Naar mijn idee was de helling te stijl en moest er wat modder weggegraven worden. Als er gas gegeven wordt, heel rustig laten opkomen en de wielen recht houden, en niet wild heen en weer bewegen. En zo coachte ik de operatie. En ja hoor, het werkte. Alleen de vriend van Lamine plaatste een opmerking over mijn technisch inzicht, de rest dacht dat het kwam omdat mijn gewicht niet meer in de auto zat. Ja, dat zou best wel geholpen kunnen hebben!
Een paar meter verderop, was de weg echt helemaal ondergelopen. Ze kozen ervoor om de motor uit te zetten en met z’n allen de wagen erdoorheen te duwen. We reden weer verder, maar de weg was echt verschrikkelijk. Twee neven gingen vooruit lopen, om de weg te inspecteren en de beste keuze uit omweggetjes te maken, want we hadden al snel door dat een omweggetje in het begin er wel veelbelovend uitzag, maar later ons in een grote modderpoel zou doen belandden en dan kwamen er dus te laat achter dat de andere weg de omweg was geweest. De jongens zaten intussen onder de modder en we reden stapvoets. Op een gegeven moment stapten ze allemaal weer in en zeiden dat het moeilijke stuk nu voorbij was, want vanaf nu was er rotsgrond en geen zanderige klei meer. Het klopte aan de ene kant, dat we nu makkelijk door enorme plassen water konden rijden, maar het betekende ook dat we eigenlijk niet meer over een weg reden, maar met die grote, zware auto van rotsblok naar rotsblok moesten springen. Kun je je dat voorstellen? Tja, onmogelijk, toch? Regelmatig stapten we allemaal uit, om de auto zo licht mogelijk te krijgen. Waardoor we nog langzamer onze weg vervolgde. Het kwam mij een beetje bekend voor van de koraalrotsen op Curacao, waar ik met mijn Renault 4 overheen crosste, ook zo spannend en net zo heet.
Ik maakte me zorgen, grote, grote zorgen. En ik werd boos, heel boos. Waarom had Lamine niet verteld dat het zo’n onbegaanbare weg zou zijn, dan had ik voorzorgsmaatregelen kunnen nemen. Toevallig heb ik twee weken geleden 3 trainingsdagen Essential Coaching gedaan en daar leerde ik om mijn drie breinen te laten samenwerken, mijn fysieke brein, emotionele brein en mijn mentale brein. Op dit moment sloeg mijn emotionele brein op hol, door de gedachten van mijn mentale brein. Ik probeerde me te richten op mijn lichaam, contact te maken met de aarde. Wanneer je zoiets doet, kom je helemaal in het nu, en mijn boosheid en zorgen verdwenen, ik voelde een vertrouwen opkomen dat wat we nu allemaal, stuk voor stuk meemaakten, niet voor niets was. Dit was onze “reis” naar de shamaan. Toen Lamine en ik met onze twee kindjes samen over de rosten van de weg wandelden, en de vriend in de auto ons uitnodigde om weer in te stappen, kozen we ervoor om samen verder te lopen. Lamine maakte zich erg zorgen, hij was heel nerveus. Ik vroeg hem om contact te maken met zijn voeten en de aarde te voelen (hij liep op blote voeten, dus het was vrij makkelijk dacht ik zo). Hij probeerde het en samen spraken we over dat deze reis een transformatie was voor ieder van ons. Plots zag hij een vrucht in een boom, als een kleine jongen probeerde hij het te pakken, door te springen en aan lianen te trekken (we waren inmiddels in een soort bos beland). Vol trots bracht hij ons twee vruchten, met in één daarvan twee pitten met vruchtvlees eromheen, die waren voor zijn drie meisjes. Ze smaakten heerlijk. En ik herinnerde me dat Lamine alle kennis had van dit bos en dat we heus wel zouden overleven. Zolang ik in het nu bleef, was er alle vertrouwen. Op een bepaald moment realiseerden we ons dat we al uren onderweg waren en vroegen we iedere voorbijganger of het nog ver was en of de weg missschien wat beter werd. Als iemand dan zei dat we er bijna waren, geloofden de neven het niet, ze dachten dat de mensen ons moed wilden geven om door te gaan.
Iedere keer als één van ons de moed verloor, stond de auto weer helemaal vast. Dus als ik in mijzelf het ongeloof bij het nemen van een volgende rotsblok in me op voelde komen, liep ik gewoon snel voor de auto uit en keek er niet naar hoe ze reden.
Oh, mijn batterij is leeg,ik moet een andere keer verder schrijven.
Op een bepaald moment kwamen we mensen tegen die bezig waren met goud zoeken. Volgens mij hadden ze nog nooit een blanke gezien, ze stonden stuk voor stuk met open mond te staren. Door in het Malinke tegen ze te praten, brak het ijs en kregen we stralende glimlachen te zien. Ze vertelden ons dat we er bijna waren en dat tien meter verderop alleen maar een klein stukje weg ontbrak, de rest van de weg was prima. We kwamen er aan en …… de weg was inderdaad weg en er stroomde een snelstromende beek dwars overheen. Ik kon zien dat dit de beek was waarin ze goud zochten. Ook rondom de beek waren allerlei kleine heuveltjes naast gaten in de rode grond. De mensen zaten onder de modder, maar waren in opperbeste stemming. Tja, en wat moesten wij nu? Ik ben uitgestapt en ben contact gaan maken met de mensen en toen ik opkeek was de auto er over, vraag me niet hoe. Toen ben ik met Odyaba door de beek gewaad, op een bepaald moment zakte ik bijna tot mijn dijen in het water, hoe was die auto in hemelsnaam naar de overkant gekomen???
Ze hadden gelijk, de rest van de weg was prima en we waren er al snel. Alleen verpestte ik het weer door te zeggen dat we eigenlijk niet meer vandaag terug konden gaan, omdat het al snel donker zou worden. Bovendien gaf de brandstofmeter aan dat we minder benzine hadden dan we tot nu nodig hadden gehad. Madness (vriend) maakte zich daar vooral zorgen over. Hij zei dat hij pas blij werd als we een jerrycan benzine zouden vinden in het dorp.
We kwamen aan en werden ontvangen door tientalle lachende gezichten, eentje sprong er helemaal uit, jawel, dat was de shamaan. Wauw, wat een charisma had die man. Toen hij sprak, had hij een diep, donkere stem en de pretogen keken zo vrolijk de wereld in. Hij maakte meteen contact met Fanta. En tot nu toe was Fanta naar bijna iedereen enorm terughoudend geweest, hij deed het precies op haar manier, met humor, maar op afstand, af en toe een gezicht trekken naar elkaar. Toen we zijn kamer binnenstapten, dacht ik dat ik op een vuilnisbelt was beland. Overal lagen afgedankte spullen, een kinderfiets, een motor, allerlei kapotte fuiken, kapotte schalen vol rotzooi. Bosjes bladeren, zakjes met het een of ander. In de hoek zat hij. Hij maakte een stukje zand voor hem schoon en begon met zijn magie. Hij maakte diverse zandtekeningen. Het deed mij nog het meest denken aan de I Tjing.
Af en toe liepen de kinderen binnen, soms weer buiten. Meer kan ik er niet over schrijven, want het is geheim. Ik kan wel vertellen dat ik onder de indruk was van hem. Hij heeft deze gave geerfd van vader op zoon, vader op zoon enz. De kracht is enorm sterk, het is een kracht met zijn oorsprong vanuit liefde, erg mooi, maar kan ook heel destructief zijn.

Tja en toen stonden we weer buiten, inmiddels regende het….. Ik vertelde Lamine dat ik boos was, Lamine vertelde dat hij ook niet wist dat de weg zo zou zijn. Ik vroeg wie er dan verantwoordelijk was voor het grote risico om met twee kleine kindjes, zonder eten deze weg te gaan. Dat was een van de neven… Dus toen was ik boos op deze neef. Hoe had hij het in zijn hoofd gehaald. Hoe kondern we nu weer terug naar huis, zonder benzine, want dat bleek het dorp helemaal niet te hebben….
En hoe zat het met eten? Ik zei tegen lamine dat ik in het dorp wilde blijven en de volgende dag met licht terug gaan. Ik zag het echt niet zitten om in het donker deze weg te nemen. Natuurlijk wilde ik ook niet midden in het bos in een onbekend dorp zijn. Lamine wilde wel naar huis. Hij zei dat anders heel Toguin-Ouile niet zou slapen en ongerust zou zijn. Ik zei: wat gebeurt er als we onderweg vastzitten? Dan slapen we in de auto. Nou, dan slaapt het hele dorp ook niet, toch? Alleen zijn wij wel op een betere plek dan in een auto midden in een bos zonder eten en bijna geen drinken.
Lamine wilde het toch echt proberen en hij zei dat er echt ook ’s nachts mensen over deze weg reisden, dus die konden we echt om hulp vragen. We kochten al het brood wat het dorp had, twee stokbroden. Vijf eieren en een paar zakjes suiker. En we gingen weer op weg. Geen van de neven dacht er aan om water mee te nemen. Ik dacht dat we drie flessen mineraal water bij ons hadden en de tweede fles was half leeg. (in werkelijkheid hadden we er maar twee meegenomen).
Het klopte dat de weg nu een stuk makkelijker was, omdat we het kenden. Onderweg zag ik een boom, net als op de heen weg, maar dan vol vruchtjes, en ik wees ernaar. We stopten direct en de mannen gingen proberen zoveel mogelijk vruchtjes te verzamelen. Met handen vol kwamen ze terug. Gelukkig, daar was onze vitamine C. Odyaba zat al helemaal te bedenken hoe blij ze haar neefjes en nichtjes hiermee kon maken. Opeens zaten we weer vast, muurvast. Ik denk dat de mannen er wel een uur mee bezig waren. Er waren inmiddels twee jongens afgestapt van hun fiets, hielpen mee duwen. Nog een man op een brommer kwam helpen. Er werden weer bomen gekapt enz. Maar de auto ging niet vooruit. Op een gegeven moment zag ik opeens dat de bumper gewoon vast zat. Hup alle bomen eronder uit, en graven, graven, graven. Hoep de auto reed weer door. Maar het was toen wel donker geworden.
We reden een keer enorm schuin en opeens gaf de brandstoftank aan dat we moesten tanken. Ik opperde meteen, terug gaan? Nu kan het nog. Nee, zei Lamine, heb vertrouwen, het komt goed. De auto sloeg even later af en toen we weer starten, was de brandstof weer normaal. Ze concludeerden dat de meter kapot was, maar ik dacht dat de meter misschien alleen maar zo gek mat, toen we zo schuin waren.
Op een bepaald moment, in veel water met een hoop stenen, hoorden we een keiharde bonk, gerammel en de auto viel stil.
Lamine zei dat de benzine op was. Er werd nog even geduwd, maar toen dachten ze dat het toch wel erg ver was om te duwen. Doordat het donker was, mochten ze nu gaan eten en drinken, maar ja, er was alleen maar een halve fles mineraal water en dat wilde ik bewaren voor de kinderen, het zag er naar uit dat we de nacht in de auto moesten doorbrengen. Ik was al boos geweest op de neef, ik vond dat hij er zelf aan had moeten denken water mee te nemen. Maar wat bleek, de jongens op de fiets waren naar huis gegaan en waren ons weer komen zoeken met water, wauw, wat een volk.

Odyaba viel op de achterbank in slaap, ik deed de stoel helemaal naar beneden en probeerde Fanta te laten slapen, tevergeefs, die vond het veel te spannend allemaal. De neven en vriend zochten een droog plekje op moeder aarde en gingen liggen. Op een gegeven moment kwam er een brommer langs, gauw vroegen we of deze even langs ons dorp kon gaan om een jerrycan benzine te halen.
Een heel tijd later kwam hij terug, een fles werd kapot gemaakt en de benzine erin gegoten. Helaas, de auto startte niet. Ik heb het hele instructieboekje bij de koplamp van de brommer doorgespit, maar kon niks lezen over of er anders gestart moest worden als de brandstof helemaal op was geweest. De brommer ging weer naar het dorp om nieuwe hulp te vragen. En die kwam om 22.00, Een Ierse taxibus, met bovenop een tiental jonge Sylla mannen. Die trokken de auto door alle plassen, kuilen, zandbanken en kleverige klei, naar huis. Maar na een half uur zat de bus ook opeens muurvast in een enorme poel water. Een beetje te overmoedig geweest. Het was fantastisch om te zien hoe met alle kracht van iedereen, beide auto’s weer werden bevrijd. En dat gebeurde vervolgens nog wel een paar keer. Precies 12 uur nadat we vertrokken waren, stonden we weer in het dorp en vielen we een overbezorgde oma in de armen.
Zoiets als dit heb ik een keer eerder meegemaakt, toen ik met de dolfijnen ging zwemmen. Ik zag ze zo’n drie km verderop in een baai en alle kayakken waren net weg. Ik moest dus zwemmen, en dat was zo zwaar. Halverwege was ik zo bang, maar terug gaan zou ook zo zwaar zijn…. Ik ging door, en door. Uitgeput kwam ik bij ze en wat denk je, die dolfijnen dachten: ha leuk die Erma, daar gaan we lekker mee spelen en ze gingen voor me uit zwemmen, net ver genoeg dat ik volgde, net dichtbij genoeg om het contact niet te verliezen. Uiteindelijk hebben ze me die hele baai 3x rond laten zwemmen, een afstand die wel vijf keer zo veel was als ik ooit had gedacht dat ik zou kunnen. Zoiets was nu ook. We dachten allemaal dat het toch echt niet nog verder zou kunnen zijn, maar het was wel vijf keer verder. We dachten allemaal dat de weg niet nog slechter kon zijn, en die werd vijf keer zo slecht. Toen we dan toch strandden, midden in de nacht met een stilstaande auto, was dat eigenlijk helemaal niet meer zo erg. Dat zou ook wel weer goed komen, dachten we. En het klopte.
Ik heb deze keer de enorme kracht van de mannen in het dorp gezien. Ik zie normaal altijd alllen de vrouwen, de mannen werken op het land. De vrouwen werken keihard. Maar nu heb ik ook gezien hoe hard de mannen werken. Toen met de auto, maar ook vandaag heb ik ze bomen zien splijten. Ik zie hier heel goed hoe mannen en vrouwen samen enorm sterk zijn, door allebei te doen waar ze goed in zijn.
In dit land en dit dorp gaat het dan vooral om wat je fysiek kunt. Heb je spierballen om auto’s uit de modder te trekken en ploegen door het land te trekken of heb je borsten om een baby te voeden. De vrouwen zijn ook enorm sterk hoor, daar niet van, ze stampen de hele dag in die stampers om alles fijn te malen en ze trekken liters water uit een diepe put. Maar de mannen hebben andere kracht.

Inmiddels is het de volgende dag, ’s avonds. Eigenlijk was vandaag ook een avontuur, maar dan anders. Fanta had diarree vanmorgen. En ze weigert pertinent welk medicijn dan ook. Afrikaans, Immodium voor kinderen, ook geen O.R.S. Gelukkig drinkt ze borstvoeding, maar omdat ik ook herstellende ben, is dat niet veel. Omdat ik haar een paar keer voor de gek hield dat ze dacht dat ze water te drinken kreeg en het was een medicijn, weigerde ze een tijdje ook nog eens te drinken!! Ik was zo bang. Uiteindelijk maar gestopt met al die medicijnen proberen, om haar iig aan het water te krijgen. Ze heeft de laatste dagen amper gegeten en slapen is erg moeilijk. Ze eten hier zo laat, dan ligt zij meestal al te slapen. En ’s nachts heeft ze heel veel last van warmte uitslag en kreunt ze veel.
Lamine is heel veel de hort op. Vandaag dus op de brommer naar weer een andere shamaan. En ik was knap gefrustreerd dat ik niet kan communiceren met anderen. Fanta zei op een gegeven moment dat ze honger had. Maar ze maken de saus hier vaak te heet met peper. Dus ik vraag Nassou, die net vis had staan frituren, of ik wat van die vis kon krijgen, zonder saus, met alleen rijst. Ja, ja. Ik heb drie uur gewacht, want ze had niet door dat ikhet meteen wilde en ik wist het woord er niet voor. Ondertussen zag ik dat we bijna geen water meer hadden en toen kreeg ik het toch voor elkaar dat een neef water ging kopen voor me in Siguiri. Ik snap wel dat Lamine het onwijs druk heeft, en tegelijkertijd zijn de kinderen enorm belangrijk. Hij heeft beloofd morgen meer samen te doen. Vannacht sliepen we ook voor het eerst allemaal samen en zoiets doet Fanta zo goed, ze is niet één keer wakker geworden, zo veilig voelt ze zich tussen papa en mama ( het houten bed is heel groot, we slapen daar makkelijk met z’n vieren in).

We maken ons totaal geen zorgen meer over de weg naar Conakry, we hebben onze vuurdoop wel gehad, haha. Nu blijkt dat de bus die ons kwam redden, onze eigen bus is, die we een jaar geleden naar Conakry hadden gestuurd voor ons taxibedrijf. Ik wist helemaal niet dat deze bus nu in Siguiri taxiet. Misschien moet hij maar achter ons aan rijden, als we naar Conakry gaan. Om ons uit de modder te trekken.

Maar ik zit wel te dubben over Fanta. Ze is zelf heel vrolijk en speels, maar die diarree he. Dus hebben we besloten nog een dagje hier te blijven en te kijken hoe het met haar gaat. Haar de rust te geven om te eten en te slapen wanneer ze wil. Dan vertrekken we dinsdagmorgen vroeg voor de lange, lange reis naar Conakry. Hoe gaat dat worden, als we al 12 uur over 20 km, deden, in de regentijd van Guinee, waarvan de Lonely Planet zegt dat je dan beter niet hier kunt reizen, gewoon niet te doen met de slechte wegen. Tja, dat zijn toeristen, wij zijn familie van hier en hebben zo hulp, heb ik ontdekt.

Ik ga nu slapen en hoop op een mooie dag morgen. We gaan gouden oorbelletjes kopen voor de meiden, want die zijn allebei één oorbel verloren in het vliegtuig. Toevallig?
Groetjes, erma

  • 19 Augustus 2011 - 19:56

    Bianca:

    Heel bijzonder...!

    Liefs,
    Bianca.

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Actief sinds 30 Nov. -0001
Verslag gelezen: 414
Totaal aantal bezoekers 30447

Voorgaande reizen:

05 Augustus 2011 - 25 Augustus 2011

Al mijn reizen naar West Afrika

Landen bezocht: